In deze serie interviews gaan we langs bij jongeren die hun passie hebben gevonden in de regio en kijken we naar waar zij mee bezig zijn.
Hij werd vorig jaar Nederlands kampioen hardlopen op cross en indoor op de 1500 meter. Hij rent 3000 meter in 8 minuten en 35 seconde. Je kunt dus wel zeggen dat hij een talent is. Daarom deze week in Talent in Altena: Stan Schipperen.
Wat doe je precies?
Ik zit op atletiek en ik doe in principe alleen hardlopen. Dat houdt in dat we in de zomer vooral bezig zijn met het baanseizoen, dus dat betekent dat we 800, 1500, 3000 en af en toe 5000 meter op de baan doen. In de winter doen we de cross, dan is het vooral om de winst lopen, in het bos met modder en boomstammen. Dat is wel wat zwaarder, maar ook wel leuker. Je hebt heel veel verschillende parcours en veel meer variatie in tegenstanders.
Hoe ben je erbij gekomen om dat te doen?
Dat is eigenlijk van jongs af aan al. Mijn ouders hebben allebei een sportachtergrond op redelijk goed niveau in het hardlopen. Dus dan krijg je dat wel met de paplepel ingegoten. Zodoende ga je heel jong al meelopen met wedstrijdjes en dan kom je erachter dat je dat ook wel goed kan. En hoe ouder je wordt, hoe leuker het ook is om ermee verder te gaan.
Was het dan wel je eigen keuze om te gaan hardlopen?
Ja zeker, ik heb ook nog twee jaar gevoetbald. Sinds mijn veertiende ben ik pas echt serieus gaan hardlopen en dat ik ook daarvoor ging trainen. Ik ben van mening dat ik het wel altijd zelf leuk moet blijven vinden.
Wat vind je zo leuk aan rennen?
Ik ben meer een individualist, in plaats van een teamspeler. Ik heb met heel veel plezier ook gevoetbald, maar dan merk je wel dat de mentaliteit bij zo’n club heel anders is. Dat is vooral plezier met je maten hebben, daarom ging ik ook op voetbal. Maar uiteindelijk kom je er dan wel achter dat je met lopen dingen veel meer zelf in de hand hebt. Als je weet dat je daar talent voor hebt, is het ook gewoon leuk om jezelf daarvoor te trainen en jezelf te verbeteren.
Wat wil je gaan bereiken?
Mijn doel is vooral om elk jaar toernooien te halen en me gewoon te verbeteren. Op de lange termijn, dan kijk je meer naar over 10/12 jaar, is de olympische spelen wel van veel sporters het hoofddoel. Dat is wel lastig om te halen, maar de potentie is er wel.
Waar ben je tot nu toe het trotst op?
Ik heb me twee jaar geleden geplaatst voor de EJOF in Bulgarije, dat is de jeugd Olympische Spelen. Het is natuurlijk supergaaf om je daarvoor te kunnen plaatsen. Dat is ook wel het mooiste moment dat ik meegemaakt heb. Dat je daar met allerlei sporter zit en je daarheen reist met een delegatie van Nederland af. Waarbij je tegen 66 andere landen strijdt die in alle sporten concurreren. Je weet dat er een heel hoog niveau is op zo’n toernooi. Het toernooi zelf ging niet heel goed, maar het gaat er veel meer om dat je daar stond.
Hoeveel train je nu in een week?
Vier à vijf keer in de week, de ene keer loop je een uurtje, de andere keer doe je een vrij pittige baantraining dus het is lastig te zeggen hoeveel uur dat is, maar rond de acht uur denk ik. Ik heb in principe gewoon een trainer, die mijn schema’s maakt. Vaak is het dat je twee keer een tempotraining gaat doen en drie keer in de week ga je gewoon een stukje voor jezelf lopen.
Ga je je nadat je je diploma gehaald hebt meer richten op sport?
Sport staat voor mij wel altijd op een, maar ik vind het ook wel belangrijk om mijn studie bij te houden. Als alles goed gaat, ga ik bedrijfskunde studeren in Nijmegen. Ik heb specifiek voor Nijmegen gekozen, omdat daar de beste atletiekgroep van Nederland zit. Zij kunnen ook dingen betekenen in huisvesting. Dat is wel allemaal al van tevoren uitgezocht.
Krijg je veel leuke reacties?
Ja, zeker. Ik doe natuurlijk wel vaker van dit soort interviewtjes, voor de radio of de krant. Dan heb je wel dat als je bij wedstrijden bent, zeker hier in de regio, dat er best veel mensen zijn die jou kennen, die jij niet kent. En dat is natuurlijk heel leuk want dat betekent wel dat je het gewoon goed doet.