Hij is sinds 2011 bezig met motorsport, werd vorig jaar derde van Nederland en is nu volop in de voorbereidingen om dit jaar de winst te pakken. Deze week in Talent in Altena: Renzo van Emmerik (26) uit Meeuwen.
Wat doe je precies?
“Ik doe aan wegrace voor motoren. Daarbij rijd je op een afgesloten circuit en moet je zo snel mogelijke ronden rijden, sneller dan je tegenstanders om de race te winnen. Mijn vader was altijd al een groot motorsport fan en ik keek als kind al mee naar de wedstrijden op tv of we gingen naar circuits in Nederland. Ik wilde zelf ook altijd al racen maar de motorsport is best duur en daarom duurde het lang voor we de stap echt konden zetten. In 2011 kreeg ik de kans om een motor te leasen en daarbij ook meteen een soort opleiding te krijgen. Die kans heb ik toen gegrepen.”
Je bent derde van Nederland, hoe word je zo goed in racen?
“Ik ben begonnen toen ik 17 was, dat was al best laat. Ik racete toen ook tegen jongens die dit al sinds hun vijfde doen. Maar ik had er aanleg voor en dat heb je ook nodig. Het is belangrijk dat je gevoel hebt voor de motor, dat je weet wat de beste positie op de baan is en hoe je de perfecte lijnen kunt rijden om zo snel mogelijk rond te kunnen gaan op het circuit. Mijn hoogst bereikte topsnelheid op het circuit is 300 kilometer per uur met een 1000 cc BMW motorfiets.
Hoewel ik in mijn eentje op de motor zit, is motorracen een teamsport. Om mij heen is een heel team en samen proberen wij de motor zo goed mogelijk af te stellen zodat ik zo snel mogelijk over het circuit kan vliegen.”
Wat doet dat team dan?
“In het team zitten onder andere een monteur en dataspecialist. Deze helpen mij om de motor goed af te stellen zodat ik beter en sneller kan rijden. Daarnaast krijgen we hulp van een bandenspecialist en mijn vader helpt ook mee.”
Hoe train je voor deze sport?
“Trainen is wel een beetje ingewikkeld, want je kunt niet zomaar een circuit op gaan en rijden. Dit gebeurt op georganiseerde trainingsdagen op een circuit dat je vooraf moet boeken. Daardoor is het best duur. Trainen doe ik dan ook voornamelijk vlak voor een wedstrijd voor het open Nederlands kampioenschap. Ik heb wel een gewone wegmotor waarmee ik op de openbare weg rijd, maar dat is niet met rijden op een circuit te vergelijken. Ik heb dan te maken met ander verkeer, vuile wegen en snelheidslimieten. Verder train ik veel in de sportschool om fysiek fit te blijven en een goede conditie te hebben.”
En nu ben je je aan het voorbereiden op het Open Nederlands Kampioenschap (ONK)?
“Klopt, in april is de eerste wedstrijd. De meeste wedstrijden worden verreden in Nederland op het TT-circuit in Assen. Vier wedstrijden worden verreden op Duitse circuits zodat er meer variantie is in de circuits waar we op rijden. Vorig jaar ben ik derde geworden in het kampioenschap. Maar als alles door gaat zoals het er nu naar uitziet, en ik de stijgende lijn in mijn prestaties kan door trekken, dan kan ik voor het kampioenschap mee strijden.”