Talent in Altena: Renate Roling

Ze rijdt al van jongs af aan paard en won het NK mennen. Samen met haar zus is ze de hele week bezig met het verzorgen en trainen van hun paarden. Deze week in Talent in Altena: Renate Roling

Renate borstelt de manen van haar paard voor de foto. “Met dit paard rijd ik voor de kar. Je kunt er ook op, dat doet mijn zus met dit paard, heel succesvol. Sinds kort staat deze ook voor de kar, daar kun je verschillende onderdelen in doen, je hebt marathon, dan gaat het er om hoe snel je door bepaalde hindernissen kunt rijden, maar ik doe dressuur, dan gaat het erom hoe netjes je je onderdelen rijdt. Daar spaar je ze meer mee, want bij de marathons vraag je wel veel van ze.”

“Ik heb eerst ook altijd onder het zadel gereden, maar vroeger ben ik een keer heel hard gevallen waardoor mijn rug beschadigd is. Ik ben ook nog een keer gevallen waardoor ik heel veel problemen met mijn nek heb. Begin dit jaar was ik weer hard gevallen en toen had ik mijn schouder gebroken en een pees gescheurd. Toen heb ik gezegd: ‘Oké, ik ben nu echt klaar met rijden, ik heb zoveel pech gehad.’ Toen ben ik met de kar gaan rijden, want dan is het risico minder.”

 

Wat vind je zo leuk aan paarden dan? Als ze je eraf gooien.

“Ik was eraf gegooid door een merrie die we gekocht hadden toen ze tien was, dus die was gewoon een beetje verpest. Maar op de momenten dat ze het wel goed doen, geeft dat zo’n gaaf gevoel, dat kun je niet omschrijven. Deze was ook heel lief hoor, maar die was heel bang voor andere paarden en als ze er een tegenkwam begon ze te springen. Negen van de tien keer gaat het wel goed, maar het blijven wel dieren dus je weet dat er dingen kunnen gebeuren.”

 

Hoe ben je bij paardrijden gekomen, hadden jullie dit thuis al of is het echt begonnen met jou?

“We mochten na ons zwemdiploma een hobby kiezen en mijn zus, die vijf jaar ouder is dan ik, koos voor paardrijden. M’n moeder heeft nog geprobeerd haar op gym te krijgen, maar dat was niet gelukt. Ik ben dus helemaal met paarden opgegroeid. Wij zijn begonnen op een kleine manege, maar die moest toen helaas stoppen. Wij waren helemaal gek van een witte pony en toen vroeg de manage-eigenaar of wij die niet over wilden nemen. We hadden nog helemaal geen tuin waar het in paste, we woonden gewoon in een rijtjeshuis. Dus toen zijn we naar Nieuwendijk verhuisd en dachten onze ouders leuk: een of twee paarden. Totdat de wedstrijden begonnen, de witte pony was daar helaas niet meer geschikt door vanwege haar leeftijd . De eerste wedstrijdpony kwam, mijn zus had daar echt een klik mee, maar ik helaas niet. Zo kwam er ook voor mij een geschikte wedstrijdpony. Mijn zus en ik groeiden en werden daardoor helaas te groot voor onze wedstrijdpony’s, zodoende kwam het eerste wedstrijdpaard en zo is alles steeds verder gegroeid.”

Hoe kwam je erbij om mee te doen aan het NK?

“We selecteren onder het zadel ook heel vaak voor het NK. Deze merrie heeft ook al vaak gewonnen, dus toen dachten we als ze nou ook voor de kar nog kan winnen. Ze is drachtig nu, dus dan is het alleen maar goed voor het veulen als je een veelzijdige merrie hebt. De competitie die we voor het zadel doen is er ook voor de kar. Dus toen zeiden we: ‘Als ik toch begin met wedstrijden dan doe ik ook met de competities mee.’ Dus mijn eerste wedstrijd met de kar was ook meteen een selectiewedstrijd.  Ik doe dit voor de kar pas sinds maart dit jaar. Meestal heb je er wel een jaar voor nodig om erin te komen, dus dit is wel kort. Ik heb nu het NK voor de Friezen gewonnen en ik ben op 14 september achtste geworden op het NK voor alle rassen, dus dat is nog veel groter.”

 

Hoeveel hangt de winst af van het paard en hoeveel van de rijder?

De paarden voelen alles, dus als jij spanningen hebt dan voelen ze dat. Eigenlijk ben je zelf dus nog wel het belangrijkste. Je hebt natuurlijk wel spanningen, maar dan probeer je gewoon alsnog zo goed mogelijk te rijden. Ze voelen het wel en elk paard reageert daar ook anders op, de ene gaat nog meer lopen en de andere sluit zich af.

Hoeveel tijd besteden jullie hieraan?

“Alle tijd, we wonen hier, ons huis zit hier gewoon aan vast. Dit is ons werk, ze krijgen vijf keer op een dag eten. Dat begint ‘s ochtends om acht uur en is ‘s avonds om elf uur voor het laatst. Het is echt een dagtaak, want ze moeten ook naar binnen en naar buiten, de stallen moeten gemest worden, je moet ze trainen. Als het veulenseizoen komt is het helemaal druk.”

Renate leidt het paard mee naar het grasveld voor de foto. “Dit paard is wel een hele goede. Daarom kijken we ook wel echt goed uit met blessures. Ze komen hier wel altijd buiten want ze moeten natuurlijk ook wel fit blijven en in beweging blijven, dat is het meest natuurlijke voor een paard.”

“Het is niet zo dat je alles wint als je een duur paard koopt, je moet er ook wel iets mee kunnen. Het zijn ook niet alleen onze werkpaarden, het zijn ook echt onze vrienden. Hetzelfde als wat je hebt met je hond, hebben wij met paarden. Die paarden moeten wel het werk voor je doen, ze moeten wel voor je willen werken. Als je ze altijd slecht behandelt en je hebt er geen band mee, dan kom je er niet uit. Deze paarden zijn wel braaf en lief, maar ze hebben wel karakter, het is niet een robot waar je op zit.”