De vier zussen Moniek (21), Els (24), Leonie (27), Loes (28) van Suijlekom zijn geboren en getogen in Almkerk. Samen met hun ouders woonden zij op een grote boerderij in het buitengebied van Almkerk. Voor hun studie hebben zij ook geproefd wat wonen in een grote stad betekent. We spraken bij ze thuis op de boerderij over deze omgeving én of ze liever in de stad wonen, of dichter bij hun roots. Dit jaar vierden zij dat ze samen 100 jaar oud zijn geworden.
Over hun jeugd
Leonie: ‘We zijn allemaal op deze boerderij opgegroeid, dat heeft op een bepaalde manier altijd heel veilig gevoeld. Hier is heel veel ruimte, we waren veel buiten..’
Loes: ‘Heel veel verkleden, buiten spelen, hutten bouwen.. We waren vooral altijd buiten, want daar hadden we de ruimte voor.’
School
Els: ‘Onze basisschool was in Almkerk, daar moesten we heen fietsen’
Leonie: ‘Ja, daar hebben we wel over geklaagd, “wij moeten altijd fietsen en iedereen woont zo dichtbij behalve wij”, terwijl het maar 3 kilometer was..’ de meiden lachen
Loes: ‘We zijn allemaal naar het Altena College naar de middelbare school gegaan, in Sleeuwijk. Dat was wel een stukje verder..’
Leonie onderbreekt haar: ‘9.3 kilometer om precies te zijn, je merkt wel dat ik de grootste hekel had aan fietsen! Vooral met wind tegen en dat had je dan ook altijd’
Loes: ‘We merkten wel dat Moniek als de jongste het meest verwend werd met wegbrengen, wij moesten altijd fietsen, jij werd echt vaker weggebracht’
Moniek: ‘En daar heeft Loes dan nu weer het meeste moeite mee!’
Els: ‘We zijn allemaal naar het Altena College gegaan, maar er is nooit een moment geweest dat we tegelijkertijd op school hebben gezeten’.
Els: ‘Ik zat wel samen met Leonie op school, soms was dat heel leuk, maar soms ook niet. Het is natuurlijk wel minder leuk als je meteen voorin de klas wordt gezet zonder dat je nog één woord met de docent gewisseld had’
Leonie schiet in de verdediging: ‘Zó erg was het niet!’
Els: ‘Nou, ik moest bij Engels gelijk de eerste les vooraan zitten omdat ik een van Suijlekom was’
Moniek: ‘Ja, we waren wel bekend. Zeker als je al drie zussen voor je hebt gehad op school, is de eerste reactie, ‘oh jij bent een van Suijlekom!’
Loes: ‘Maar we waren echt wel braaf hoor! Zo’n slecht imago hebben we niet gehad’
Studie
Loes: ‘Na mijn middelbare school ben ik in Utrecht gaan studeren, daar heb ik Liberal Arts and Sience gestudeerd. Dat is een hele brede opleiding, daarbinnen heb ik politieke geschiedenis als specialisatie gedaan. Het eerste jaar heb ik steeds op en neer gereisd, daarna ben ik in Utrecht op kamers gegaan. Na drie jaar ben ik naar Maastricht gegaan om European Studies te volgen. Dat is een combinatie van Bestuurskunde en Politicologie. Daarna ben ik gaan werken in Den Haag, dat beviel me niet helemaal, dus ben ik weer terug gegaan naar Utrecht’
Leonie: ‘Ik heb Scheikunde in Utrecht gestudeerd, dat ging allemaal voortvarend ..’
‘Ik werd opgeleid om op het lab te werken, maar dat leek me niet helemaal mijn toekomstplan. Daarom ben ik de andere kant op gegaan. Ik ben eigenlijk altijd hier gebleven, ik sport hier drie dagen in de week bij de voetbalvereniging in Almkerk. Al mijn vriendinnen bleven ook thuis wonen. Ik sliep vaak bij Loes op de kamer in Utrecht en heb die kamer ook nog een tijdje gehuurd. Maar mijn vrije tijd bracht ik door in Almkerk.
Daarna ben ik Sience and Business Management gaan studeren, daar wordt je voorbereid om de schakel te zijn tussen de wetenschap en het bedrijfsleven. En dat ben ik nu! Ik ben accountmanager bij TMC.
Tegenwoordig heb ik een appartementje hier in Almkerk, ik ben één van de twee die wel echt hier is gebleven’
Loes wijst aan: ‘Om en om! Utrecht, Almkerk, Utrecht, Almkerk!’
Els: ‘Ik heb ook in Utrecht gestudeerd, Human Recource Management, met als master Strategisch HRM, en ik woon nog steeds in Utrecht! Daar woon ik op dit moment samen met vier vriendinnen in een heel mooi Herenhuis, en dat is ontzettend gezellig! Nu werk ik in Boxtel, bij een waterschapsbedrijf op de HR-afdeling en rijd ik elke dag op en neer’
Moniek: ‘Ik heb net mijn Bachelor afgerond en nu kan ik gaan beginnen aan mijn master! Ik studeerde in Amsterdam, daar studeerde ik Gezondheid en Leven. Nu ga ik Healthcare Management doen in Rotterdam. Nooit heb ik in Amsterdam gewoond, altijd op en neer gereisd.
Loes: ‘Voor Moniek was het wel iets minder gedoe om het Openbaar Vervoer te nemen, nu kan je in Nieuwendijk de bus pakken, dat scheelt gelukkig wel iets. Én Moniek heeft de sleutel van mijn huis in Utrecht, dat scheelt ook wel, als ze een keer strandt kan ze altijd bij mij terecht’
Hun moeder onderbreekt hen: ‘Ik vind het wel knap dat je altijd zoveel hebt gereisd’
Moniek: ‘Ach, dat viel wel mee, zo veel contacturen had ik ook weer niet. Het laatste jaar ben ik eigenlijk het meeste van de tijd in Utrecht geweest, daar volgde ik mijn Minor en had ik stage.
Amsterdam trok me nooit om te gaan wonen, ook omdat al mijn zussen in Utrecht hebben gewoond, en de prijs-kwaliteitverhouding in Amsterdam is ook niet echt fijn. Het sporten was ook wel een belangrijke factor, ik trainde twee keer in de week, dus moest ik sowieso hier zijn.’
Sport
Loes: ‘Ik ben denk ik wel het minst sportief van allemaal! Ik heb wel op gym gezeten hier en heb toneel les gevolgd. Bij een vereniging met teamsport heb ik me nooit aangesloten, vaak is dat toch een reden waarom je op en neer reist vanuit je studentenstad.
Leonie: ‘Vanaf mijn 18e ben ik gaan voetballen hier, dat doe ik nog steeds!’
Ondertussen komt de vader van de meiden binnen gelopen. Op dat moment zitten er zeven vrouwen om de eettafel, “Hee kijk, een man!”. Je merkt aan alles en iedereen dat dit een heel liefdevol gezin is. Er wordt veel gelachten, grapjes gemakt en thee gedronken met elkaar.
Els vervolgt: ‘Ik heb ook nog gevoetbald hier, en ben heel wat zaterdagen op een neer gereisd. Nu voetbal ik in Utrecht, wat dichter bij huis. Voetballen vind ik echt wel heel leuk, ook wil ik geen zondag missen, want dan laat je je team in de steek. Vooral dat het teamsport is, dat maakt het heel leuk’
Moniek: ‘En de biertjes!’
Els: ‘Ja, de feesten zijn ook altijd heel leuk.’
Moniek: ‘In plaats van voetbal doe ik aan korfbal, heel wat anders. Weliswaar naast de voetbal, dus dan lopen we nog wel eens over’
Loes: ‘Moniek is wel het verst gekomen in de sport van ons allemaal. Ze is heel prestatiegericht’
Leonie staat als positie achterin het veld, waar Els aanvallend is.
Loes: ‘Dat past ook wel goed bij hun karakter, Leonie lekker steady achterin, daar komt niemand voorbij. Els pakt dan wel meer het voortouw.’
Zussen
Leonie: ‘Ik denk dat wij best veel met elkaar doen’
Loes: ‘Samen stappen.’
Moniek: ‘Voor vier verschillende agenda’s, ja’
Els: ‘We hebben een zussen-app, daar praten we elke dag wel even in’
Leonie: ‘Maar dat gaat meestal over geld, wie wat moet betalen!’
Iedereen lacht
Loes: ‘Nu hadden we pas geleden ons feest natuurlijk, wat we gingen organiseren, dat was wel een test voor onze zussen-band. Daar komt veel bij kijken!’
Leonie: ‘Er kwamen zo’n 150 man op ons feest, dus het was wel iets groots. Je ziet wel mooi de karakters, als je samen zoiets moet organiseren. Ik en Moniek zijn wel wat rustig, maar Loes en Els kunnen echt overal om flippen’
Loes: ‘Dat viel allemaal best mee, maar omdat Leonie de meeste contacten heeft hier uit de buurt, wie een tent had of een bar. Dus ik belde vaak met Leonie en dan besprak ik met haar wat er allemaal geregeld moest worden. De conclusie was vaak ‘Dus ik moet alles nu doen’, tja, zij heeft hier de meeste connecties, daar kon ik ook niets aan doen haha!’
Leonie: ‘Maar ze pushten me wel op de juiste manier om dingen te doen! En het was een groot succes!’
Regio
Alle vier de meiden zijn allemaal in een grote stad geweest en in een rustigere omgeving. Dus hebben een duidelijk beeld van de regio Altena
Moniek: ‘Hier is het echt ons kent ons’
Leonie: ‘Iedereen weet wie zijn of haar moeder is, dat vind ik altijd wel een fijne basis’
Els: ‘Hier is alles wat creatiever en speelser, iedereen heeft hier buiten gespeeld en vrije tijd gehad. Ik heb opgepast op kinderen in Utrecht, heel hun agenda was volgepland met allerlei activiteiten in hun vrije tijd. Hier waren we altijd op onszelf aangewezen om ons te vermaken. Als wij aan het zeuren waren dat we ons verveelden werd er gezegd, ‘je kunt de keukenkastjes schoonmaken of zelf iets verzinnen’, dan zorg je wel dat je jezelf bezighoudt, daar word je creatief van’
Leonie: ‘Dat merk je ook aan vrienden van ons uit deze regio, die maken hun eigen jacuzzi en lampen, heel creatief! Mensen kunnen hier soms wel een beetje kortzichtig denken als het gaat om andere mensen die iets anders doen dan de rest’
Moniek: ‘Doe maar normaal dan doe je al gek genoeg!’
Loes: ‘Op ons feestje waren bijvoorbeeld een paar jongens met lange haren, nou dat krijg je wel te horen hoor!
Leonie: ‘Dan zijn er wel verschillen inderdaad, boers en een beetje hippie, dat vinden mensen wel lastig’
Loes: ‘Maar uiteindelijk staan ze wel samen aan de bar een biertje te drinken’
Els: ‘Ik denk toch dat het niet voor niets is dat ik nu in Utrecht woon en ook daar mijn vrienden heb, maar om te zeggen dat dat per se door de regio komt..’
Loes: ‘Het enige wat ik hier zou missen als ik hier zou wonen, is dat ik niet zomaar even de stad in kan lopen op zondag en dan boodschappen kan doen, alles is lekker dicht bij. Ooit zou ik wel weer hier willen wonen, maar de infrastructuur is echt een aandachtspunt. Files op de brug, ja daar staat het elke dag vast! Daar mag eerst wel wat aan gebeuren.’
Leonie: ‘Ach, ik mis het niet dat ik op zondag niet naar de winkel kan’
Els: ‘Het gaat ook niet per se om het winkelen op zondag, het is ook dat je even naar een bandje in de stad kan gaan kijken, je kunt overal op de fiets naar toe’
Leonie: ‘Ik vind de feesten hier sowieso het leukst, daar hoef ik niet voor naar de stad. Als je wilt kun je elke dag hier in en rondom Almkerk feesten!’
Els: ‘Het leukste hier is dat je op een zomeravond gewoon een kampvuur maakt en dat dat het feest is, waar kan dat nou! Dat mis ik wel in Utrecht.’
Loes: ‘We zijn allemaal opgegroeid in een heel warm nest hier, en doen veel met elkaar en het gezin. Ik denk dat we altijd veel hier zullen blijven komen, waar we ook wonen’